De landschappen die Margot de Jager schildert zijn hersenspinsels, bouwwerken die zij optrekt in haar geest en vertaalt op het doek. Ze bestaan niet echt, zijn nergens en toch herkennen we ze. Met huizen als schuren, bomen als kaal geplukte scheerkwasten en caravans als koekblikken roept De Jager een oergevoel op. Dit is een schematische wereld waarin we intuïtief de weg kennen, ook al kan een …